Over schilderen
Schrijven over schilderen is als lezen over een ervaring. Je komt nog niet half in de buurt.
Op mijn doeken is het de schilderbeweging die de evolutie van het schilderij leidt.
Telkens start je met een zeker spanningsveld (formaat doek) en dan is het de kleur en de textuur van de aangebrachte verf die de handeling gaan sturen. De aanzet is vaak rationeel, vanuit een zekere bagage die je hebt als schilder. Je bent bewust op zoek naar evenwicht of spanning, contrast of continuïteit. Maar algauw neemt het schilderen de leiding over. Na verloop van tijd moet je dan ook vertrouwd zijn met het schilderij, je moet het van binnenuit kennen, het in- en uitademen. De gelaagdheid moet je blindelings kunnen verderzetten. Het is een kwestie van kijken en schuiven. Vergelijk het gerust met een spelletje schaak. Als ik dit doe, wat gebeurt er dan, wat zijn de nieuwe mogelijkheden. Elke zet blijft ook vaak zichtbaar als een gelaagde structuur die complexiteit aan het kijken (kijkervaring) geeft.
Schilderen voor mij is de complexiteit in de gelaagdheid opzoeken.
Schilderen is verf voelen.
Schilderen is met kleur spelen.
Tekenen voor mij is bagage opbouwen.
Tekenen is studeren.
Tekenen is zoeken.
De tekening is enkelvoudig.
Het schilderij moet gewennen en kent geen vaste vorm.
Schilderen is beweging.
Tekenen is direct.
David Tanghe, 2016
Op mijn doeken is het de schilderbeweging die de evolutie van het schilderij leidt.
Telkens start je met een zeker spanningsveld (formaat doek) en dan is het de kleur en de textuur van de aangebrachte verf die de handeling gaan sturen. De aanzet is vaak rationeel, vanuit een zekere bagage die je hebt als schilder. Je bent bewust op zoek naar evenwicht of spanning, contrast of continuïteit. Maar algauw neemt het schilderen de leiding over. Na verloop van tijd moet je dan ook vertrouwd zijn met het schilderij, je moet het van binnenuit kennen, het in- en uitademen. De gelaagdheid moet je blindelings kunnen verderzetten. Het is een kwestie van kijken en schuiven. Vergelijk het gerust met een spelletje schaak. Als ik dit doe, wat gebeurt er dan, wat zijn de nieuwe mogelijkheden. Elke zet blijft ook vaak zichtbaar als een gelaagde structuur die complexiteit aan het kijken (kijkervaring) geeft.
Schilderen voor mij is de complexiteit in de gelaagdheid opzoeken.
Schilderen is verf voelen.
Schilderen is met kleur spelen.
Tekenen voor mij is bagage opbouwen.
Tekenen is studeren.
Tekenen is zoeken.
De tekening is enkelvoudig.
Het schilderij moet gewennen en kent geen vaste vorm.
Schilderen is beweging.
Tekenen is direct.
David Tanghe, 2016
Tekst naar aanleiding van de solotentoonstelling te Ressegem
Om naar zijn werken te kijken, vraagt kunstenaar David Tanghe van de toeschouwer (kijker) een mentaliteit.
Als zijn werk een mentaliteit eist van de toeschouwer, dan is het de mentaliteit van het schilderen zelf.
Schilderen is voor hem een zoektocht naar het zichtbaar maken van wat het zichtbare te verbergen heeft. Bij het schilderen over het schilderen, moet de toeschouwer bezoeker worden en deel uitmaken van zijn zoektocht.
In de eerste plaats moet er gekeken worden. Het gangbare ballonzinnetje “Ik heb het gezien”, gaat voor hem niet op. Elk schilderij vraagt gewenning. Niet de afbeelding, maar het fundamentele van wat schilderen is, houdt hem bezig. Met zo’n uitspraak dreigt hij midden in een deel van de kunstgeschiedenis verzeild te raken: hij vindt het dan ook niet fout om als vertrekpunt ‘kunst als ambacht’ te zien.
Niet alleen de verf is nadrukkelijk aanwezig, maar je kan ook niet naast zijn plezier in het schilderen kijken, en dat moet je hem gunnen. De toeschouwer kan dit 'plezier' dat op het doek lijkt te dansen, ook zelf weer gebruiken in zijn eigen beleving. Hij krijgt de actieve rol van kijker-schilder toebedeeld en wordt uitgenodigd om te reizen in het schilderij en – zolang het kijken duurt – zélf een beeld te vormen.
De schilder/kijker kan als het ware op wandel gaan in zijn schilderijen. Hij zoekt zijn eigen houvast binnen de ontstane geschilderde structuur.
Schilderen is verf en verf is beleving. Het aftasten en exploreren van het schilderij, wordt de voorwaarde om de beleving deel te laten worden van de toeschouwer. Pas als je als kijker tijdens het reisverhaal dat elk schilderij je biedt, tot ontdekkingen en herontdekkingen komt, kan je volgens David Tanghe spreken van kijken: kijken als werkwoord, niet als voltooid deelwoord (gezien hebben).
De gelaagdheid van de verf geeft mee uiting aan zijn schildersproces. Geleende elementen uit de waarneming worden namelijk van binnen naar buiten gevormd: overschilderde, pasteuze, dekkende lagen dringen zich afwisselend op terwijl transparante nevels het geheel versmelten. Daarnaast komt doorheen het kijken een structuur naar boven die ontleend wordt aan vormen uit de figuratieve wereld. Deze vormenrijkdom vinden we ook terug in de tekeningen die parallel ontstaan, en een grotere bewegingsvrijheid toelaten door het open karakter van het witte blad.
Het abstracte proces ‘schilderen’ blijft nadrukkelijk in het werk van deze schilder zichtbaar. De opbouw van het schilderij binnen de open structuur creëert haar ruimtelijkheid. Davids vlotte schildersbeweging laat de verf ademen: vormen lokken kleuren uit, restvormen doen structuren vermoeden, en transparante verflagen ontdubbelen het gegeven. Lijnen verliezen hun vorm en betekenis. Kleurvlekken worden bakens en richtingen zijn tegenrichtingen. Dit geheel der delen kneedt zichzelf in een soort eb- en vloed beweging.
Door abstractie en door net achter het vlies van het visueel zichtbare te gaan kijken, wordt het mogelijk het geheel – de samenhang van de chaos – in een onderbouwd beeld vast te leggen. De kwast bepaalt het actieve deel van het werk.
Het resultaat: een mooi spel van intuïtief gekozen, gedurfde kleuren en vlakken met een directe aantrekkingskracht die de kijker ongetwijfeld bedient met esthetische genoegdoening – én met angeltjes. Kill your darlings én het virtuoze voorbij.
De schilderijen van David Tanghe laten het zichtbare beleven tot het geheel wordt gevormd. Het resultaat is geen concreet verklarend systeem, maar een open structuur. Daarom is er geen vaststaand beeld als eindresultaat.
Het visuele gegeven (de herkenbare vormen) zijn enkel de aanzet, maar ze bepalen mee de structuur. Ergens ertussen is er een visueel beeld dat is onderbouwd. Een beeld dat zichzelf verklaart, zodanig dat we als kijker enkel de essentie – de restvorm - van het beeld zien. M.a.w. de schildersbeweging laat de vormen versus de restvormen ontstaan.
Onderwerpen: het verminkte landschap als stilleven.
Niet het bloeiende veld, maar de afgeknakte vermassacreerde overblijfsels. Net zoals een niet opgeruimde Ikeakamer, en gemorste koffie- of wijnglasvegen tekenen zijn van (een eigen individueel) leven. Onbedoelde toevalligheden, de restfracties, zorgen voor de levendigheid = tekenen van bestaan.
Schilderen: niet als vooropgesteld plan, wel als proces.
Over zijn laatste serie ‘Corncycle’:
Het werk van David is ondertussen losser geworden. De schildersbeweging is prominenter aanwezig. De afgebakende vlakken uit zijn ‘Landscape’-serie hebben plaats gemaakt voor de beweging eigen aan zijn penseelvoering. Het geheel lijkt nu figuratiever, en daardoor meer geleid door een beeld (de afbeelding). Toch blijft het ‘schilderen’ prominent aanwezig. Opnieuw kneedt David de verf en zijn vormen ter plaatse. Het métier van het schilderen helpt hem en laat hem niet in de val lopen van virtuoos geschilderde, hapklare prentjes. De verf blijft een instrument en wordt bewust geen muziekstuk.
De figuratie van de vormen doen het schilderij minder zweven. Niet de vorm dwingt, maar de kwast (= de schildersbeweging).
De harde contrasten vereenvoudigen vaak het verhalende tot een abstract gegeven van verf, kleur, beweging, interactie en gelaagdheid. Door het intensieve kleurgebruik dwingt hij opnieuw te kijken en niet te consumeren. Kleuren zijn de dimensies van zijn schilderij-universum. Hun eigenschappen laten het beeld bewust ademen. Er is geen sprake van gewenning: de kleuren bruuskeren eerder en vechten voor hun plaats.
Hier voel je duidelijk dat de beïnvloeding van een kleur, maar ook die van een vorm, richting en penseelstreek, het gehele schilderij beslaat. En dat is juist wat hem boeit.
David is altijd schilder geweest. Schilderen is verf en verf is kleur. Kleur is zijn biotoop. Daarin wil hij zijn eigen ecosysteem creëren, want elk (kleur)stuk heeft zichzelf en de anderen nodig, en speelt een actieve rol.
Ook in zijn eerste, meer abstracte periode (+/- 2000 – 2008 ) zijn de meer abstract ogende schilderijen geen concrete beelden. Ook hier zien we het eigenzinnige kleurgebruik, en krijgen de verschillende elementen geen verklarende betekenis tegenover het geheel, maar schakelen met elkaar tot een éénmakende totaliteit. Toch miste zijn ouder werk - voor hem - luchtigheid en werd zijn schilderspraktijk te veel een kwestie van berekeningen en afwegingen.
Van coloristisch abstract evolueerde hij naar een lossere schilderstoets met meer spelers. En van dat gehele schouwspel willen wij als toeschouwer maar al te gretig proeven.
Over de verhouding tussen het zichtbare en het geheel der werkelijkheid schreef P. KLee in 1920:
“Nu echter wordt in de schilderkunst de betrekkelijkheid van de zichtbare dingen openbaar gemaakt en wordt bovendien uitdrukking gegeven aan het geloof, dat het zichtbare in verhouding tot het geheel der werkelijkheid niet meer dan een geïsoleerd verschijnsel is en dat andere waarheden latent in de meerderheid zijn. De dingen verschijnen hier in een verruimd en gevarieerd zinsverband dat dikwijls strijdig is met de rationele ervaring van gisteren.” (uit Schöpferische Konfession)
Hilde Van Canneyt en David Tanghe, oktober 2014
Als zijn werk een mentaliteit eist van de toeschouwer, dan is het de mentaliteit van het schilderen zelf.
Schilderen is voor hem een zoektocht naar het zichtbaar maken van wat het zichtbare te verbergen heeft. Bij het schilderen over het schilderen, moet de toeschouwer bezoeker worden en deel uitmaken van zijn zoektocht.
In de eerste plaats moet er gekeken worden. Het gangbare ballonzinnetje “Ik heb het gezien”, gaat voor hem niet op. Elk schilderij vraagt gewenning. Niet de afbeelding, maar het fundamentele van wat schilderen is, houdt hem bezig. Met zo’n uitspraak dreigt hij midden in een deel van de kunstgeschiedenis verzeild te raken: hij vindt het dan ook niet fout om als vertrekpunt ‘kunst als ambacht’ te zien.
Niet alleen de verf is nadrukkelijk aanwezig, maar je kan ook niet naast zijn plezier in het schilderen kijken, en dat moet je hem gunnen. De toeschouwer kan dit 'plezier' dat op het doek lijkt te dansen, ook zelf weer gebruiken in zijn eigen beleving. Hij krijgt de actieve rol van kijker-schilder toebedeeld en wordt uitgenodigd om te reizen in het schilderij en – zolang het kijken duurt – zélf een beeld te vormen.
De schilder/kijker kan als het ware op wandel gaan in zijn schilderijen. Hij zoekt zijn eigen houvast binnen de ontstane geschilderde structuur.
Schilderen is verf en verf is beleving. Het aftasten en exploreren van het schilderij, wordt de voorwaarde om de beleving deel te laten worden van de toeschouwer. Pas als je als kijker tijdens het reisverhaal dat elk schilderij je biedt, tot ontdekkingen en herontdekkingen komt, kan je volgens David Tanghe spreken van kijken: kijken als werkwoord, niet als voltooid deelwoord (gezien hebben).
De gelaagdheid van de verf geeft mee uiting aan zijn schildersproces. Geleende elementen uit de waarneming worden namelijk van binnen naar buiten gevormd: overschilderde, pasteuze, dekkende lagen dringen zich afwisselend op terwijl transparante nevels het geheel versmelten. Daarnaast komt doorheen het kijken een structuur naar boven die ontleend wordt aan vormen uit de figuratieve wereld. Deze vormenrijkdom vinden we ook terug in de tekeningen die parallel ontstaan, en een grotere bewegingsvrijheid toelaten door het open karakter van het witte blad.
Het abstracte proces ‘schilderen’ blijft nadrukkelijk in het werk van deze schilder zichtbaar. De opbouw van het schilderij binnen de open structuur creëert haar ruimtelijkheid. Davids vlotte schildersbeweging laat de verf ademen: vormen lokken kleuren uit, restvormen doen structuren vermoeden, en transparante verflagen ontdubbelen het gegeven. Lijnen verliezen hun vorm en betekenis. Kleurvlekken worden bakens en richtingen zijn tegenrichtingen. Dit geheel der delen kneedt zichzelf in een soort eb- en vloed beweging.
Door abstractie en door net achter het vlies van het visueel zichtbare te gaan kijken, wordt het mogelijk het geheel – de samenhang van de chaos – in een onderbouwd beeld vast te leggen. De kwast bepaalt het actieve deel van het werk.
Het resultaat: een mooi spel van intuïtief gekozen, gedurfde kleuren en vlakken met een directe aantrekkingskracht die de kijker ongetwijfeld bedient met esthetische genoegdoening – én met angeltjes. Kill your darlings én het virtuoze voorbij.
De schilderijen van David Tanghe laten het zichtbare beleven tot het geheel wordt gevormd. Het resultaat is geen concreet verklarend systeem, maar een open structuur. Daarom is er geen vaststaand beeld als eindresultaat.
Het visuele gegeven (de herkenbare vormen) zijn enkel de aanzet, maar ze bepalen mee de structuur. Ergens ertussen is er een visueel beeld dat is onderbouwd. Een beeld dat zichzelf verklaart, zodanig dat we als kijker enkel de essentie – de restvorm - van het beeld zien. M.a.w. de schildersbeweging laat de vormen versus de restvormen ontstaan.
Onderwerpen: het verminkte landschap als stilleven.
Niet het bloeiende veld, maar de afgeknakte vermassacreerde overblijfsels. Net zoals een niet opgeruimde Ikeakamer, en gemorste koffie- of wijnglasvegen tekenen zijn van (een eigen individueel) leven. Onbedoelde toevalligheden, de restfracties, zorgen voor de levendigheid = tekenen van bestaan.
Schilderen: niet als vooropgesteld plan, wel als proces.
Over zijn laatste serie ‘Corncycle’:
Het werk van David is ondertussen losser geworden. De schildersbeweging is prominenter aanwezig. De afgebakende vlakken uit zijn ‘Landscape’-serie hebben plaats gemaakt voor de beweging eigen aan zijn penseelvoering. Het geheel lijkt nu figuratiever, en daardoor meer geleid door een beeld (de afbeelding). Toch blijft het ‘schilderen’ prominent aanwezig. Opnieuw kneedt David de verf en zijn vormen ter plaatse. Het métier van het schilderen helpt hem en laat hem niet in de val lopen van virtuoos geschilderde, hapklare prentjes. De verf blijft een instrument en wordt bewust geen muziekstuk.
De figuratie van de vormen doen het schilderij minder zweven. Niet de vorm dwingt, maar de kwast (= de schildersbeweging).
De harde contrasten vereenvoudigen vaak het verhalende tot een abstract gegeven van verf, kleur, beweging, interactie en gelaagdheid. Door het intensieve kleurgebruik dwingt hij opnieuw te kijken en niet te consumeren. Kleuren zijn de dimensies van zijn schilderij-universum. Hun eigenschappen laten het beeld bewust ademen. Er is geen sprake van gewenning: de kleuren bruuskeren eerder en vechten voor hun plaats.
Hier voel je duidelijk dat de beïnvloeding van een kleur, maar ook die van een vorm, richting en penseelstreek, het gehele schilderij beslaat. En dat is juist wat hem boeit.
David is altijd schilder geweest. Schilderen is verf en verf is kleur. Kleur is zijn biotoop. Daarin wil hij zijn eigen ecosysteem creëren, want elk (kleur)stuk heeft zichzelf en de anderen nodig, en speelt een actieve rol.
Ook in zijn eerste, meer abstracte periode (+/- 2000 – 2008 ) zijn de meer abstract ogende schilderijen geen concrete beelden. Ook hier zien we het eigenzinnige kleurgebruik, en krijgen de verschillende elementen geen verklarende betekenis tegenover het geheel, maar schakelen met elkaar tot een éénmakende totaliteit. Toch miste zijn ouder werk - voor hem - luchtigheid en werd zijn schilderspraktijk te veel een kwestie van berekeningen en afwegingen.
Van coloristisch abstract evolueerde hij naar een lossere schilderstoets met meer spelers. En van dat gehele schouwspel willen wij als toeschouwer maar al te gretig proeven.
Over de verhouding tussen het zichtbare en het geheel der werkelijkheid schreef P. KLee in 1920:
“Nu echter wordt in de schilderkunst de betrekkelijkheid van de zichtbare dingen openbaar gemaakt en wordt bovendien uitdrukking gegeven aan het geloof, dat het zichtbare in verhouding tot het geheel der werkelijkheid niet meer dan een geïsoleerd verschijnsel is en dat andere waarheden latent in de meerderheid zijn. De dingen verschijnen hier in een verruimd en gevarieerd zinsverband dat dikwijls strijdig is met de rationele ervaring van gisteren.” (uit Schöpferische Konfession)
Hilde Van Canneyt en David Tanghe, oktober 2014
GET IN TOUCH
Interested in David's work? Like to visit the studio? Contact us via [email protected] |
FOLLOW DAVID
Follow David Tanghe on Instagram |
STAY IN TOUCH
Leave your mail adress to receive updates of new work and invitations for upcoming expostitions |
|